Begeleiding en zorg

Mentoraat

Alle leerlingen hebben één of twee mentor(en). In de leerjaren in de onderbouw volgen de leerlingen klassikaal les, en hebben zij dus als klas een mentor. In bepaalde bovenbouwklassen, met name in 6 vwo bestaat niet echt een klassenverband. De leerlingen daar hebben mentoren die op meer individuele basis begeleiden. In een digitaal volgsysteem worden gegevens over de leerlingen geregistreerd. Deze betreffen persoonlijke zaken, rapportcijfers, gesprekken die in de loop van het jaar plaatsvinden, bijzonderheden die zich voordoen. De gegevens worden ieder jaar doorgegeven aan de docent die in het volgende jaar mentor is van de leerling. De mentor gaat met de klas als geheel om. Hij houdt zicht op de wijze waarop leerlingen met elkaar omgaan, en corrigeert waar nodig. Zonodig reserveert de mentor in het lesrooster een klassenuur waarin met de klas of leerlingen persoonlijk, zaken besproken worden. De school werkt met de leerlingen aan een goed klassenklimaat. Als leerlingen klassikaal deelnemen aan buitenlesactiviteiten, draagt de mentor mede zorg voor de organisatie en de rol van de klas daarbij, bijvoorbeeld bij excursies en activiteitendagen. Aan het begin van het schooljaar organiseert de school een reeks ouderavonden waar de mentoren kennismaken met de ouders van de leerlingen. Tijdens die avonden wordt eveneens informatie gegeven over belangrijke zaken voor de leerlingen in de loop van dat schooljaar, bijvoorbeeld de keuze van de vervolgafdeling in de tweede klas en de advisering daarbij, aanstaande pakketkeuzes, de activiteitendagen, reizen. Mentoren overleggen over de cijferresultaten van hun leerlingen met de afdelingsdirecteuren en/of coördinatoren en bereiden met hen de rapportvergaderingen voor. Zij bespreken de adviezen over vervolgafdelingen, met name in brugklassen en tweede klassen met de afdelingsleiding en spreken die adviezen ook met de ouders door.
 

Studie- en begeleidingslessen

In de brugklassen krijgen de leerlingen twee studielessen per week, gedurende het gehele jaar. Het jaar wordt daarbij verdeeld in een viertal perioden. Gedurende de eerste periode ligt het accent op de introductie in de middelbare school, een goede methode van plannen, huiswerk maken. Beide studielessen worden gedurende deze periode door de mentor gegeven. In periode twee tot en met vier, blijft de mentor één studieles geven: kinderen leren studiehoudingen, studiegewoonten en studievaardigheden aan. De tweede studieles wordt gegeven door vakdocenten, in kleinere groepen: spelling, rekenen, zelfvertrouwen, lessen sociale vaardigheden, begrijpend lezen, en ook gerichte hulp bij vakken als Frans, Engels en wiskunde. Daarnaast worden verrijkingslessen gegeven voor leerlingen die dat aankunnen; ook de voorbereiding op het gymnasium valt hieronder; leerlingen krijgen gedurende een periode een introductie op het vak Latijn. Gerichte begeleiding vindt plaats voor kinderen die kampen met leerproblemen, en lees- of spellingsproblemen. In het begin van de brugklas wordt nagegaan, welke leerlingen door een of andere oorzaak slechter spellen of lezen dan de anderen. Kinderen bij wie dat noodzakelijk is, worden in de tweede periode in een studieles spelling geplaatst. Voor een aantal van deze kinderen levert deze begeleiding een werkelijke verbetering op. Maar tijdens deze lessen blijkt ook dat sommige kinderen nog een langere tijd behoefte houden aan individuele hulp. Soms is een uitgebreid onderzoek nodig om er achter te komen wat er precies speelt. Dan kan blijken dat de hulp die geboden moet worden, buiten de mogelijkheden van de school valt. Overleg met andere instanties (testbureaus), èn met ouders is dan noodzakelijk. De kosten van deze onderzoeken en individuele begeleiding zijn aanzienlijk, en kunnen in principe niet of slechts gedeeltelijk door de school gedragen worden. Onderdeel van het ondersteuningsprofiel is het zogenaamde dyslexieprotocol. Het protocol is gepubliceerd op de website. Bij leerproblemen kan, in overleg met het zorgteam, beperkt beroep gedaan worden op de orthopedagoge. De dyslexiecoach coördineert schoolbreed de begeleiding van leerlingen met dyslexieproblemen.
 

Decanaat

Een goede oriëntatie op mogelijke vervolgstudies en loopbanen is voor leerlingen belangrijk. Op beslissende momenten moeten verstandige keuzes gemaakt worden, zoveel mogelijk door de leerlingen zelf. Maar hulp daarbij van daartoe gespecialiseerde decanen is onmisbaar. Dat keuzeproces start al in de laagste klassen. Leerlingen moeten leren een juist beeld van zichzelf te krijgen op de vraag wie ze zijn, wat ze willen, en wat ze kunnen; zelfonderzoek aan de hand van een gebruikte methode, wat later aan de hand van de resultaten van de beroepeninteressetest, vormen de instrumenten. Wanneer de leerlingen in klas 3 of 4 een pakket van examenvakken kiezen, helpt de decaan hen daarbij. Na klassikale voorlichting en na algemene ouderavonden die aan de keuze gewijd waren, voeren tot slot de decaan, de leerling en de ouders gesprekken, naar aanleiding van gemaakte keuzes. Voor de oriëntatie op vervolgstudies en studieplaatsen die in de hoogste klassen plaatsvindt, doet de decaan een beroep op een actieve instelling van de leerlingen: er zijn overal in het land open dagen en meeloopdagen aan beroepsopleidingen, er zijn stedelijke informatieavonden, de school legt contacten met oud-leerlingen en nodigt hen uit om ervaringen in het beroepsonderwijs aan leerlingen mee te geven. Kortom, er is een scala aan mogelijkheden voor leerlingen om een redelijk beeld te krijgen van de opleidingenmarkt. Desondanks blijkt dat het vaak moeilijk is om een verstandige keuze te maken. Het aantal leerlingen dat na hun start in het beroepsonderwijs toch nog van opleiding verandert, blijft een zorg.
 

Ondersteuningsteam en Zorg- en adviesteam

Onze docenten, mentoren en leerlingcoördinatoren zijn er om onze leerlingen te helpen, coachen en begeleiden. Uiteraard binnen de mogelijkheden van onze basisondersteuning (voor meer informatie, zie ons schoolondersteuningsprofiel). Indien extra ondersteuning passend en nodig is, kan een beroep gedaan worden op ons interne ondersteuningsteam.

Bij het signaleren van extra ondersteuningsbehoeften, volgen wij onze intere routing van de ondersteuningsstructuur op. Bij een hulpvraag is de mentor de eerste contactpersoon voor de leerling en de ouder(s)/verzorger(s). Onze leerlingcoördinatoren hebben structureel overleg met de mentoren en bieden ondersteuning (niveau 1) waar nodig. Wanneer niveau 2 of 3 ondersteuning passend en gewenst lijkt, zal de leerlingcoördinator het interne ondersteuningsteam of het zorg- en adviesteam betrekken. Inbrengen van de signalen gebeurt na overleg met ouder(s)/verzorger(s) of leerlingen ouder dan 18 jaar. Het ondersteuningsteam analyseert, biedt handelingsadviezen, biedt leerlingen kortdurende coaching of begeleiding en/of helpt bij verwijzing naar externe hulpverlening.

Ons ondersteuningsteam bestaat uit twee leerlingbegeleiders, een orthopedagoog, de schoolmaatschappelijk werker en hooofd leerlingenondersteuning (ondersteuningscoördinatie). Wij hebben structureel overleg met ons zorg- en adviesteam. Onderdeel van het zorg- en adviesteam zijn -naast de leden van het ondersteuningsteam- een medewerker van de GGZ, een schoolverpleegkundige en jeugdarts (GGD), de leerplichtconsulent, medewerkers van Veilig Thuis en de schoolcontactpersoon van Portvolio.  

Het Koning Willem II college is aangesloten bij samenwerkingsverband Portvolio (Voortgezet onderwijs Tilburg en omgeving).  Vanuit het Advies Team van het samenwerkingsverband, is mw. Spijkers als schoolcontactpersoon verbonden aan onze school. De schoolcontactpersoon neemt deel aan (casus)overleg met het ondersteuningsteam, het zorgadviesteam of het verzuimoverleg en is daarmee ook gesprekspartner voor samenwerkingspartners, zoals leerplichtambtenaren, hulpverleners, schoolartsen. 

 

NT2+ op het Willem2

Sinds 2022 kunnen anderstalige leerlingen op onze school extra ondersteuningslessen krijgen in de Nederlandse taal. Deze NT2-lessen worden gegeven door onze gediplomeerde NT2-docenten. (NT2= Nederlands als Tweede Taal). Omdat leerlingen de taal al op een basisniveau beheersen, spreken we over NT2+ ondersteuning.
De lessen zijn bedoeld voor leerlingen die opgegroeid zijn met een andere moedertaal en die minder dan 6 jaar in Nederland zijn. De lessen worden individueel of in kleine groepen gegeven, zodat er zoveel mogelijk maatwerk geboden kan worden. Een leerling die net 2 jaar in Nederland is en 2 Havo volgt heeft immers andere ondersteuningsbehoeften dan een leerling die 5 jaar in Nederland is en eindexamen doet in 4 Mavo.

De inhoud van de lessen is met name gericht op het verbeteren van de taalvaardigheden lezen en schrijven, het vergroten van de woordenschat (schooltaal) en het toelichten en oefenen van grammaticaregels. Zo nodig is er ook aandacht voor uitspraak (verstaanbaarheid) en spreekvaardigheid.

Gemiddeld gaat het om een ondersteuningsles van 1 lesuur per week. De aanmelding verloopt via de mentor, die hierover contact heeft met de ouders/verzorgers.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze NT2-docent, mevrouw Taborsky.

PLUSPROFIELMIDDAG
Ontdek onze plusprofielen, schrijf je nu in
15 november 2023; 14:45 - 16:15 uur
13 december 2023; 14:45 - 16:15 uur
31 januari 2024; 14:45 - 16:15 uur
28 februari 2024; 14:45 - 16:15 uur
Inschrijven
Alleen voor groep 8 leerlingen